Er worden in Nederland ook vele auto’s geëxporteerd. Niet alleen gewone auto’s die nog goed bruikbaar zijn, maar ook sloopauto’s. Veel sloperijen in Nederland handelen in afgedankte wagens en exporteren deze naar het buitenland. Een lucratieve business. Ook voor mensen in veel Afrikaanse landen is het een uitkomst, want zij kopen op goedkope wijze aan een sloopauto. Overigens gaat er voordat zij met deze auto rijden nog een heel proces aan vooraf. Ook in Afrika zal men eerst nog bepaalde reparatie werkzaamheden moeten uitvoeren alvorens de auto de weg op kan. In Nederland bestaat de dienst kosteloos sloopauto ophalen.
In veel ontwikkelingslanden worden auto’s telkens maar opgelapt. Dit omdat ze geen andere keus hebben, omdat ze geen geld hebben of omdat de regering het verbiedt. In een communistisch land als Cuba bijvoorbeeld rijden de meeste mensen nog in auto’s uit de jaren vijftig (!) van de vorige eeuw. Onvoorstelbaar maar waar. Overigens zijn er op Cuba nu ook modernere auto’s te koop, maar door een redelijk belachelijke belastingheffing van de Cubaanse overheid kost een auto daar ongeveer 150.000 dollar. Onbetaalbaar voor de inwoners van dit communistische land.
Auto’s die nauwelijks nog de weg op kunnen en eigenlijk niks waard zijn worden meestal niet geëxporteerd. Deze worden wel gesloopt en vaak zijn er nog maar weinig onderdelen die bruikbaar worden geacht. Auto’s die in de regel het meeste opleveren zijn schadeauto’s, maar natuurlijk gaat dit normaliter ongewild. Een schadeauto is dikwijls betrokken geraakt bij een auto-ongeluk. Desondanks kan een schadeauto nog best een kleine duizend euro opleveren als het moet.